In ’t wild

Black Cat OnesieIk waande me even een rol in Donnie Darko, toen ik op het station in mijn ooghoek een menshoog konijn zag staan. Daarna doken ze steeds vaker op. Ook als beer, kikker of tijger. Moest ik dan toch aan de medicijnen? Het bleek allemaal heel ongevaarlijk. Animal Onesies: dierenpakken uit één stuk, zijn cool. Nee, echt. Bij de Primark kosten ze bijna niets, ze verbergen alles waar je je al tijden voor schaamt en je hoort er ineens bij. Net als Uggs en Birkenstocks durf je ze eerst alleen thuis te dragen, maar na een tijdje vervaagt die grens en ben je om. Je draagt je onesie in ‘t wild.

Ik draag al jaren een imaginaire onesie. Daar word je in dichtgeritst als je in de reclame gaat werken. Je besluit gewoon met z’n allen dat het hip is en dan is het ook zo. Zolang je er heel stoer bij blijft kijken. Afgelopen week zag je er heel veel in ‘t wild: de 24 Uur van de Reclame in de Beurs van Berlage leverde mooie fotomomenten op voor toeristen. Dragen deze mannen echt shawltjes en armbandjes? Hebben ze echt allemaal hetzelfde Pelle-kapsel en montuur?

Het waren allemaal best ingewikkelde lezingen in het Engels over nieuwe technologie. Want voor moeilijk draaien we als reclamemakers ons hand niet om. We volgen nieuwe ontwikkelingen en weten precies wat er speelt in de beeldende kunst, film en literatuur. We maken zelf immers ook plaatjes, filmpjes en verhalen! Voor appelsap en wattenschijfjes welteverstaan, maar dat is bijzaak.

Het hoogtepunt van de 24 Uur van de Reclame is de uitreiking van de Effie. Er zijn ongeveer 45 reclameprijzen, maar de Effie is anders. Bijna alle prijzen draaien om creativiteit. Bij de Effie wordt gekeken naar effectiviteit: welke campagnes leveren nu echt meer op dan ze hebben gekost. Dat is bijzonder. Het geeft ons vak bestaansrecht en dus alle reden voor een feestje, waarvan we de kosten voor het gemak niet meetellen. Wat de Effie ongemakkelijk maakt, is dat ineens aan alle kanten duidelijk wordt wat we nu eigenlijk hebben gedaan het afgelopen jaar…

Als je op een feestje in je mooiste pandapak vertelt dat je in de reclame werkt, is de reactie nog ‘Oh, cool’.  Maar dan volgt de onvermijdelijke vraag: Welke is van jou? Dodelijk. Of ze kennen ‘m niet (sowieso geen goed teken) of ze kennen ‘m wel en daar sta je dan. Ja, die actie met die vochtige doekjes. Of: dat je stoepkrijt bij de pindakaas kreeg. Dat filmpje met die boer die niet van spaghetti houdt. Die app waarmee je je moeder een theezakje kunt sturen. Het is de radicale alledaagsheid die de reclame zo heerlijk relativerend en tastbaar maakt en tegelijk zo betekenisloos. En daar is helemaal niets mis mee. Het heeft iets liefs.  Zolang je maar niet net doet of je voor een hoger doel werkt. Kijk lekker Tegenlicht in je vrije tijd. Ga vooral voor de 3e keer in de rij staan voor Malevich in het Stedelijk. Maar doe niet alsof je dat allemaal nodig hebt voor je online strategie voor Vis Cuisine. Dat is niet lief. Dat is laf. Dat is om je rot te schamen.

Why are you wearing that stupid man suit? 

Laten we alsjeblieft morgen gewoon weer allemaal ons koddig stoere pluispak dichtritsen en zijn wie we zijn: de ongevaarlijkste dieren van het woud.