Case tegen de klok

We hadden ons nog zo voorgenomen niet te wachten tot het laatste moment. Om tijdens de campagne al een mapje definitieve beelden klaar te zetten. En de case te schrijven. Maar zoals het lot van alle voornemens die je in januari maakt, wisten we onze inzichten in de daaropvolgende december alweer ernstig te onderschatten. Als twee kinderen van vijf die zóóó geen-vier-meer waren, gleden onze ogen over de deelnameformulieren van de lampen en accenten en het dagbladgoud en concludeerden we: hoogstens een dagje werk.

In januari gingen we rustig aan van start. We maakten per prijs een checklist, waarvan die van de lampen het langst bleek. Vooral qua formaten. Begripvol knikten we naar andere reclamensen in de kluswinkel als we weer een nieuwe voorraad snijmesjes haalden en we zwaaiden steeds uitbundiger naar lotgenoten met a0 in de regen.

En toen ging het toch nog mis. Het online formulier liep op het allerlaatst vast, waarna we niet anders konden dan bellen. Niet zonder enige schaamte spelden we onze inlognaam (WICKIE) en wachtwoord (DEVIKING) voor de ADCN, die ons net op tijd uit ons digitaal lijden verloste.

Maar als iets mis gaat, gaat alles mis. De koerier was nauwelijks een uur weg en de laatste kledders spuitlijm waren nog niet opgedroogd op onze bezwete handen toen de telefoon ging. De ADCN. De mini-advertentie moest op a2, niet op a3. We checkten de checklist Verdomd.

De a2 was op en de lijm ook. Ik fietste voor mijn leven met een nieuw tasje borden. De wind tilde ongemerkt het pakje a2 op, om het na een ruime salto bruut te laten klappen tegen het voorhoofd van een bejaarde vrouw. Het zag eruit alsof ik het expres deed en ook expres bij haar en daarom riep ik sorry. De vrouw stamelde even, uit een verzoek om meer uitleg, maar ik moest door. Ik moest lijm!

In de kantoorknutselwinkel bleek de verpakking van de spuitlijm veranderd. Die bruine was ineens meer roodbruinig dan bruinbruinig. Was dat eerst die bruine? De jongen achter de kassa was duidelijk meer van het aquarelleren dan van het presenteren en keek me glazig aan. Doe maar, doe maar, zei ik haastig. Even later stopte hij met de handgeschreven BTW bon demonstratief de Spirituele Activiteitenkalender Januari in een doorzichtig plastic tasje. Ik stoof met woest wapperende tasjes terug. De koerier wachtte kalm tot we klaar waren met plakken. Net op tijd fietste hij – veel eleganter dan ik – met a2 door de wind weg, op weg naar de overwinning,

We waren op tijd. Net op tijd. Volgend jaar wachten we niet tot het laatste moment.

Column in Reclameweek, 22 januari 2007